Consumenten Electronica, is dit het dan?

Kijken we naar 100 jaar geleden, dan hebben we in hoog tempo andere levens gekregen dankzij de ontwikkeling en evolutie van apparaten die we vandaag de dag als vanzelfsprekend ervaren. Maar de laatste jaren lijkt die stroomversnelling te eindigen: vernieuwing is matig en in sommige productgroepen is zelfs die er niet meer, revolutionaire nieuwe apparaten laten op zich wachten – voor zover ze nog komen gaan.

Consumentenelectronica

Waren in de periode 1920 tot 1930 de radio, de grammofoon en een fotocamera eigenlijk de enige consumentenelectronica producten, ook wel eens bruingoed genoemd, die je redelijkerwijs in een gemiddeld huishouden zou kunnen aantreffen, een situatie die tot pakweg de Tweede Wereldoorlog stand hield, daarna kwamen ontwikkelingen steeds sneller de huiskamer in.

Ging dat eerst nog met tussenpozen en heel gestaag, denk aan de televisie, doorontwikkelingen van de radio en de grammofoon, de tapedeck, 8-track en cassettebandjes, stereotorens, kleuren TV en in de jaren ‘80 de home computer en de CD speler, inclusief het begin jaren ‘80 gangbaar worden van een telefoontoestel in élk huishouden, soms wel twee en/of een draadloze huistelefoon (met uittrekbare antenne, waarop we de gesprekken van de buren konden volgen en op kosten van de buren konden bellen als we onze eigen basis uit de stroom haalden hihi.)

In de negentiger jaren werd de portable telefoon voor gebruik buitenshuis geïntroduceerd, waar dat eerst alleen een autotelefoon was voor de (un)lucky few, kregen de de Kermit / Greenpoint telefoons, een soort hybride draadloze huistelefoon waarmee je ook kon bellen in de stad bij La Place, McDonalds, de Primafoon winkel en bij sommige treinperrons, benzinestations en hotels in de lobby (we zien een vergelijkbare uitrol later nog terug voor WiFi trouwens..) tegen het eind van de jaren ‘90 werd na een korte periode van NMT toestellen de GSM breed geadopteerd.

Begin jaren ‘00 had internet haar intrede gedaan, muziek kon digitaal worden opgeslagen op minidisc of als MP3 bestand op de computer worden opgenomen en bewerkt en diezelfde bestanden konden dan worden afgespeeld op de eerste draagbare apparatuur, computers en mobiele telefoons werden steeds sneller en beter, films gingen we kijken vanaf DVD schijfjes in plaats van de VHS videoband en er gebeurde meer dan ik hier kan benoemen. Alles werd beter, sneller, digitaal, in relatief opzicht betaalbaarder en in de meeste gevallen compacter en energiezuiniger.

Tegen het einde van de jaren ‘10 begon de vaart eruit te gaan. Steeds meer producten bereiken hun ‘goed genoeg’ of ‘beter dan goed genoeg’ punt en de grenzen van het compacter maken lijken ook bereikt, we werken tegenwoordig op microscopisch niveau en in het geval van computerchips gaat het over nanometers. Apparatuur is hierdoor ook niet meer ‘zelf’ te (laten) repareren, algehele vervanging of het ‘swappen’ van gedeelten van apparatuur, dit heet ook wel modulair opgezette apparatuur, is het enige dat nog rest.

Enter: Corona. De Covid-19 pandemie bracht consumentenvertrouwen op een dieptepunt, industrieën vielen stil, mensen isoleerden.. Productlijnen die gericht waren op de mobiliteit van consumenten vielen stil. Denk bijvoorbeeld aan (digitale) compactcamera’s, al heeft hierbij ook de massale aanwezigheid van smartphones bijgedragen, de nieuwste modellen zijn nu bij veel merken van 2020 terwijl het november 2022 is – voorheen was het gebruikelijk dat ieder half jaar tot hooguit een jaar ma introductie van een model haar verbeterde opvolger in de markt gezet werd.

Ook die smartphone lijkt trouwens dichter naar de eindstreep te kruipen. Een smartphone van een paar jaar geleden doet weinig onder voor een model van dit jaar – dat hoefde je een half decennium geleden beslist nog niet te roepen, toen je een maand na aanschaf soms al tegen technische beperkingen aan liep.

Denk ook eens aan de TV, steeds vaker hebben we 4K toestellen in huis maar de meeste reguliere televisie uitzendingen zijn hooguit in 1080p, vaker nog in 1080i, 720p of zelfs nóg lager. Het verschil HD en 4K is nog waar te nemen. De volgende stap, 8K, lijken we ook nog wel te krijgen, maar gaan we dat verschil op onze huiskamerschermen nog zien? Zelfs al hebben we tegenwoordig schermen die een kleine wand dekken, het verschil met 4K is bijna niet meer te zien. Gaan we ons dan maar weer eens focussen op geluid of 3D weergave? De meeste mensen vinden Stereo geluid voor thuis echt wel prima, extra speakers staan in de weg en voegen marginaal iets toe op een steeds specifiekere plek in je kamer, het middelpunt van de kamer of de bank/stoel waar je normaliter TV kijkt. Ben je elders in de kamer dan was stereo echt genoeg geweest. En 3D? Tsja, zolang dat niet zonder brilletje of lenzen kan lijkt dat ook geen doorbraak te krijgen in de woonkamer..

Een toekomst zoals populaire TV programma’s en films ons die voorschotelden tot voor de Corona pandemie, met uitschieters als The Jetsons, Back To The Future II en Star Trek, ik denk dat we ons die illusie niet meer hoeven te maken. Dat houdt niet in dat we stil gaan zitten met zijn allen. Buiten de woonomgeving gebeurt nog genoeg. Maar in huis? Tsja, ik zie het niet meer echt, met de huisautomatisering, ook wel bekend als domotica, waarbij we zelfs ons witgoed al omtoveren tot consumentenelectronica, denk ik dat we er wel zijn. Of toch zeker voor de eerste paar decennia. En dat komende vanuit iemand die dol is op gadgets en technologische hoogstandjes. Maar openminded dat ik ben blijf ik met interesse de ontwikkelingen volgen. En wie weet heb ik het mis en kan ik over een aantal jaren smakelijk lachen om mijn constatering. Mijn adem houd ik er echter niet voor in. Dat dus!

Consumenten electronica

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *